Taalontwikkeling
In het tweede levensjaar gaat de taalverwerving van een kind ineens met grote stappen vooruit. Het leert woordjes, zinnen en je zult zien dat je al heel wat kunt communiceren met je dreumesje. Na het tweede jaar gaat het natuurlijk alleen nog maar door: woorden worden beter uitgesproken, zinnen worden langer en abstracte begrippen als "morgen" of kleuren worden toegevoegd.
Waarom leert een kind taal?
Het gebruik kunnen maken van taal is voor een dreumes nuttig om twee redenen: het verkrijgen van informatie ("mamma komt je zo weer ophalen") en het duidelijk kunnen maken van zijn eigen behoeften ("ik wil die pop hebben!"). In het begin zal hij bij gebrek aan woorden vooral door middel van lichaamstaal communiceren. Denk aan het wegduwen van het bordje als hij geen eten meer wil, of het wijzen naar een speelgoedje dat hij graag wil hebben. Maar in de loop van het tweede jaar zal hij steeds meer woorden gaan leren spreken en begrijpen.
Dreumes
Een kleine dreumes van 12 maanden zal nog niet veel woordjes kennen. Het gebrabbel is nog maar net overgegaan in het maken van speciale klanken. Hij zal misschien een paar woorden kunnen zeggen (mamma, namen van bekende personen, interessante voorwerpen als "bal" of "koekje", "nee") en de uitspraak is nog moeilijk. Het verstaan van woordjes en zinnen gaat al beter. Kleine kinderen verstaan al wel veel meer woorden dan dat ze zelf kunnen zeggen. In de loop van de tijd zal je kind de woorden steeds beter leren uitspreken en steeds meer woorden leren zeggen. Een kind van 18 maanden kent gemiddeld zo'n 20 tot 50 woorden en dat aantal zal in de maanden daarna explosief stijgen. Een kindje tussen de 18 en 23 maanden leert gemiddeld 6 nieuwe woorden per dag!
Peuter
Een peuter leert tussen zijn tweede en vierde jaar natuurlijk steeds beter praten. De zinnen worden langer en ingewikkelder. De meeste kinderen kunnen als ze twee jaar zijn in zinnen van twee of drie woorden praten en gemiddeld 3 tot 4 woorden als je kind 3 is geworden.
Je kind snapt meer en meer. Uiteindelijk gaat hij begrippen als "groot" en "klein" begrijpen en gebruiken. Kent kleuren, kan een beetje tellen, begrijpt en stelt vragen als "waar is pappa", "wie is dat". Hij krijgt begrip van de tijd (verleden en toekomst, "morgen" en "gisteren") en kan bijvoorbeeld 's avonds thuis vertellen wat er overdag op het kinderdagverblijf is gebeurd.
Wanneer een kind 4 is kan hij zelfstandig met familie en bekenden communiceren. Ook vreemden kunnen hem steeds beter verstaan. Hij wil alles weten en de wereld om hem heen begrijpen en stelt dan ook voortdurend de vraag "waarom?"
Hoe leert een kind taal?
Eigenlijk leert een heel jong kind de taal "vanzelf", simpelweg door te luisteren naar wat er tegen hem gezegd wordt. De eerste levensmaanden zijn daarin al bepalend, dan al worden de hersenen getraind om de taal die ouders en verzorgers spreken (de moedertaal) te kunnen leren, zodat die taal beter begrepen wordt dan andere talen die ze niet of minder vaak te horen zullen krijgen. Zo eenvoudig als een mens in die eerste maanden en jaren leert, zo zal het nooit meer gaan.
Uit onderzoek is gebleken dat kleine kinderen vooral veel leren van de "gesprekjes" die je als ouder met ze voert. Het luisteren naar gesprekken tussen volwassenen of naar gesprekken op de televisie is lang niet zo leerzaam als een ouder die op liefdevolle toon eenvoudige woordjes tegen het kind zegt die hem direct boeien. Hij zal steeds meer van jou gaan begrijpen en korte opdrachtjes kunnen uitvoeren. Als jij hem vraagt in een boekje het plaatje van de koe aan te wijzen bijvoorbeeld, zal hij dat wel kunnen. En wil je weten "wat zegt het koetje" dan weet je dreumes al snel een prachtig "boeee" te produceren.
Stimuleren
Stimuleer de taalontwikkeling door samen prentenboekjes lezen, te zingen, rijmpjes te maken maar vooral ook door tegen hem te praten. Gebruik makkelijke korte zinnen tegen je dreumes, en vertel hem wat je ziet en wat je aan het doen bent.
Maar niet alleen praten tegen je kind is belangrijk, ook het luisteren naar en reageren op wat hij jou probeert te zeggen is essentieel voor het leerproces. Probeer te begrijpen wat je kind bedoelt als hij iets zegt of probeert te zeggen en reageer daarop. Geef hem de tijd om een woord of zin te maken of een antwoord te verzinnen, vul niet te snel in wat hij zelf aan het bedenken was. Niet boos of ongeduldig worden of hem steeds corrigeren als hij een verkeerd woord gebruikt of een woord verkeerd uitspreekt. Gebruik zelf de goede woord/uitspraak gewoon op een natuurlijke manier in het gesprek. Bijvoorbeeld, wijst je kind naar boven naar een "tietui" zeg dan niet dat hij het woord niet goed uitspreekt, maar reageer enthousiast met "o ja! Ik zie het, een vliegtuig!". Hij zal het vanzelf oppikken en gaan nadoen.
Net als leren lopen leert ook elk kind praten in zijn eigen tempo. Meisjes zijn meestal sneller dan jongens, en verlegen kinderen praten minder snel dan de meer extroverte types. En misschien zegt jouw kind zijn eerste woordje pas laat, maar leert hij sneller zinnen te maken dan een kind dat het eerste woordje al wel vroeg kon zeggen.
Gehoortest
Heel belangrijk voor de taalontwikkeling is in ieder geval dat je kind goed kan horen. Heb je het idee dat er iets aan de hand is met het gehoor of heb je niet het gevoel dat je kind vorderingen maakt ga dan langs je huisarts of consultatiebureau.
maandag 1 juni 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten