Het is heel natuurlijk om anderen te willen helpen. Het is een oprechte, typisch menselijke emotie. Er wordt zelfs beweerd dat mensen die anderen helpen, gelukkiger zijn en langer leven! Maar niet iedereen staat onmiddellijk voor een ander klaar. Het karakter, en dus ook de bereidheid om anderen te helpen, ontstaat al op jonge leeftijd. Maar hoe gaat dat precies in zijn werk? En waarom vertoont het ene kind wel sociaal gedrag en het andere niet of veel minder?
ontwikkeling van sociaal gedrag bij kleine kinderen
Baby's reageren al vrijwel vanaf de geboorte op de emoties van anderen. Ze kunnen bijvoorbeeld de gezichtsuitdrukking van hun ouders nadoen of spontaan gaan meehuilen wanneer ze een andere baby horen huilen. Emoties van de baby zelf komen hier nog niet bij kijken; het is puur kopieergedrag. Maar met drie maanden reageren ze al verschillend op vrolijke of verdrietige gezichten.
Een peuter van een jaar zal het zich aantrekken wanneer hij beelden ziet van andere huilende kinderen en vanaf deze leeftijd zal hij ook steeds meer begaan zijn met anderen. De helft van alle peuters van 13-15 maanden probeert een ander te troosten wanneer die van streek is. Hij zal proberen die persoon aan te raken of te omhelzen, omdat hij graag wil dat de ander zich beter voelt.
Zo tussen de 18 en 20 maanden zal de peuter actief iets ondernemen om de ander te troosten. Hij deelt zijn spulletjes met een verdrietig persoon of brengt pleisters of dekens naar iemand die ziek is.
Peuters van 23-25 maanden zullen naast actief helpen ook bezorgdheid uiten. Ze kunnen dan met voorstellen komen waarmee ze hopen dat de ander zich beter gaat voelen. Wel komt dit nog volledig vanuit hun eigen belevingswereld. Een meisje van amper twee geeft bijvoorbeeld haar lievelingspop aan haar verdrietige moeder, omdat ze zelf graag met de pop knuffelt en aanneemt dat haar moeder zich ook beter zal gaan voelen wanneer ze met de pop knuffelt.
Kinderen van drie à vier jaar oud beginnen te beseffen dat niet iedereen zo reageert als hijzelf. Wat hij zelf leuk vindt, hoeft een ander nog niet leuk te vinden. Het kind probeert dan te achterhalen waar de reactie van de ander precies vandaan komt en hoe hij diegene het beste kan helpen.
Naarmate een kind ouder wordt, ziet hij steeds meer voorbeelden van mensen die door anderen worden getroost en geholpen. Hij kan steeds beter redeneren waardoor hij zich steeds beter inleeft in een ander. Zo raakt hij steeds vaardiger in zijn behulpzaamheid.
De meeste tieners leven in hun eigen wereldje. Ze houden zich bezig met hun imago en hun populariteit. Meestal behoren ze tot een groep en zijn ze vijandig tegen buitenstaanders. Maarliefst tweederde van alle tieners is egoïstisch ingesteld en zal niet snel een vinger uitsteken om een ander te helpen. Slechts een derde is begaan met het lot van anderen.
ROL VAN DE OPVOEDING
Ouders spelen een sleutelrol in de sociale ontwikkeling van hun kind. Natuurlijk is het type opvoeding dat een kind geniet hierbij van groot belang. Hoe beïnvloeden bepaalde opvoedingssoorten het sociale gedrag van kinderen precies?
Autoritaire opvoeding
Het kind wordt onderworpen aan de wil van zijn ouders en wordt nauwelijks gekoesterd. De ouder is de baas en het kind moet precies doen wat hem wordt gezegd. Zo krijgt het kind niet de kans om voor zichzelf te denken, waardoor hij aan zichzelf gaat twijfelen. Hij zal weinig tot geen initiatief tonen: hij trekt zich terug wanneer hij zich in het gezelschap van andere kinderen bevindt.
Permissieve opvoeding
Permissieve ouders koesteren hun kinderen weliswaar, maar schieten tekort in het disciplineren en belonen ervan. Deze opvoedingssoort wordt ook wel de verwennende soort genoemd. Kinderen krijgen alles in hun schoot geworpen en leren niet meer het principe "voor wat, hoort wat". Deze kinderen zullen zich egoïstisch gedragen en zich niet bezighouden met de behoeftes van anderen.
Autoritatieve opvoeding
Deze opvoedingsstijl wordt door pedagogen gezien als de meest geslaagde manier om een kind een gezonde dosis inlevingsvermogen te laten ontwikkelen. De ouders stellen redelijke grenzen en leggen alles uit met behulp van gezag en liefde. Ze zijn warm en respectvol. Ze bespreken met hun kinderen wat voor effecten bepaalde acties op anderen zullen hebben. Ze verwachten onder andere van hun kind dat hij wat karweitjes doet en geven hem bijvoorbeeld de kans om onbaatzuchtige daden te stellen. Het kind leert zich te verplaatsen in een ander en zal iemand snel te hulp schieten.
inlevingsvermogen
Inlevingsvermogen kan voor meerdere doeleinden worden gebruikt. Het liefst natuurlijk om een ander goed te kunnen helpen. Maar het komt ook van pas om de reactie te voorspellen van iemand voor wie je een boodschap hebt die hij niet leuk zal vinden. Om de klap te verzachten, verzin je een smoes waarvan je zeker weet dat die door de ander zal worden geaccepteerd.
Mama vraagt bijvoorbeeld haar zoontje van acht om even leuk met zijn zusje van drie te gaan spelen. Het zoontje heeft daar geen zin in en geeft aan dat hij nog huiswerk moet maken. Mama zal echt niet tegen hem zeggen: "Laat dat huiswerk maar zitten".
Overigens wordt inlevingsvermogen ook misbruikt voor asociaal gedrag. Als je iemand doeltreffend wilt pesten, dan is het handig om diens zwakke plek te weten zodat je kunt voorspellen welke actie hem het meeste zal kwetsen.
HET GOEDE VOORBEELD
Cruciaal in de sociale ontwikkeling van een kind is het voorbeeld dat hij krijgt. Kinderen letten beter op wat een volwassene doet dan wat hij zegt en zullen imiteren wat ze zien. Daarbij maken voorbeelden van warmte en liefde meer indruk dan kille voorbeelden. Kinderen hebben een grote behoefte om zich te identificeren met mensen waarmee ze een sterke emotionele band hebben; meestal de ouders dus.
Onderzoeken hebben aangetoond hoe belangrijk de combinatie van een sterke band en het goede voorbeeld is. Jongens in de kleuterleeftijd die een lieve, warme vader hebben, tonen meer vrijgevigheid en medeleven dan leeftijdsgenootjes die een minder lieve vader hebben. En een kind van een jaar of tien is net zo onbaatzuchtig en attent, of juist egoïstisch en onattent, als zijn ouder van hetzelfde geslacht.
Normen en waarden
De belangrijkste plek om kinderen normen en waarden bij te brengen, is het gezin. Hierbij is van belang dat één of liefst beide ouders veel aanwezig is in het leven van het kind, zowel lichamelijk als emotioneel en intellectueel. Verder dragen school, verenigingen en de wet bij aan een gezonde ontwikkeling van normen en waarden. Dit effect is echter minimaal waneer er thuis geen aandacht aan wordt besteed.
TIPS
Wat kun je als ouder doen om het sociale gedrag van je kind te stimuleren?
Laat je kind weten dat hij goed bezig is wanneer hij lief is tegen anderen en wanneer hij anderen helpt.
Geef het goede voorbeeld en wees zelf lief tegen anderen en je kind. Doe je het zelf niet, dan gaat je kind jouw gedrag imiteren.
De media hebben invloed. Een kind dat vriendelijk gedrag op TV ziet, zal proberen dit na te doen.
Wanneer je kind ouder wordt, worden andere voorbeeldfiguren dan de ouders belangrijk. Maar al te vaak vallen kinderen ten prooi aan de (soms vijandige) druk van leeftijdsgenoten. Probeer je kind te omringen met helpende mensen en probeer hem te laten ervaren hoeveel voldoening het geeft om iemand te helpen. In eerste instantie zal hij misschien nog met tegenzin helpen, maar na een tijdje zal het overgaan in vrije beweging.
Leer je kind over beroemde weldoeners als Moeder Teresa en Mahatma Ghandi, en bijvoorbeeld over bekende acteurs en popsterren die veel goeds verrichten.
Als je kind zich een keer niet zo sociaal heeft gedragen, probeer hem dan niet te straffen door privileges af te pakken. Dat leidt er alleen maar toe dat hij zich zal gaan verdedigen en zichzelf in zal dekken. Met andere woorden: hij zal zich dan op zichzelf gaan richten. Probeer daarentegen zijn empathie op te wekken door hem bijvoorbeeld te vertellen dat zijn zusje nu verdrietig is omdat hij haar een duw heeft gegeven waardoor zij hard is gevallen. Zo zal hij zich gaan richten op de ander in plaats van op zichzelf.
ontwikkeling van sociaal gedrag bij kleine kinderen
Baby's reageren al vrijwel vanaf de geboorte op de emoties van anderen. Ze kunnen bijvoorbeeld de gezichtsuitdrukking van hun ouders nadoen of spontaan gaan meehuilen wanneer ze een andere baby horen huilen. Emoties van de baby zelf komen hier nog niet bij kijken; het is puur kopieergedrag. Maar met drie maanden reageren ze al verschillend op vrolijke of verdrietige gezichten.
Een peuter van een jaar zal het zich aantrekken wanneer hij beelden ziet van andere huilende kinderen en vanaf deze leeftijd zal hij ook steeds meer begaan zijn met anderen. De helft van alle peuters van 13-15 maanden probeert een ander te troosten wanneer die van streek is. Hij zal proberen die persoon aan te raken of te omhelzen, omdat hij graag wil dat de ander zich beter voelt.
Zo tussen de 18 en 20 maanden zal de peuter actief iets ondernemen om de ander te troosten. Hij deelt zijn spulletjes met een verdrietig persoon of brengt pleisters of dekens naar iemand die ziek is.
Peuters van 23-25 maanden zullen naast actief helpen ook bezorgdheid uiten. Ze kunnen dan met voorstellen komen waarmee ze hopen dat de ander zich beter gaat voelen. Wel komt dit nog volledig vanuit hun eigen belevingswereld. Een meisje van amper twee geeft bijvoorbeeld haar lievelingspop aan haar verdrietige moeder, omdat ze zelf graag met de pop knuffelt en aanneemt dat haar moeder zich ook beter zal gaan voelen wanneer ze met de pop knuffelt.
Kinderen van drie à vier jaar oud beginnen te beseffen dat niet iedereen zo reageert als hijzelf. Wat hij zelf leuk vindt, hoeft een ander nog niet leuk te vinden. Het kind probeert dan te achterhalen waar de reactie van de ander precies vandaan komt en hoe hij diegene het beste kan helpen.
Naarmate een kind ouder wordt, ziet hij steeds meer voorbeelden van mensen die door anderen worden getroost en geholpen. Hij kan steeds beter redeneren waardoor hij zich steeds beter inleeft in een ander. Zo raakt hij steeds vaardiger in zijn behulpzaamheid.
De meeste tieners leven in hun eigen wereldje. Ze houden zich bezig met hun imago en hun populariteit. Meestal behoren ze tot een groep en zijn ze vijandig tegen buitenstaanders. Maarliefst tweederde van alle tieners is egoïstisch ingesteld en zal niet snel een vinger uitsteken om een ander te helpen. Slechts een derde is begaan met het lot van anderen.
ROL VAN DE OPVOEDING
Ouders spelen een sleutelrol in de sociale ontwikkeling van hun kind. Natuurlijk is het type opvoeding dat een kind geniet hierbij van groot belang. Hoe beïnvloeden bepaalde opvoedingssoorten het sociale gedrag van kinderen precies?
Autoritaire opvoeding
Het kind wordt onderworpen aan de wil van zijn ouders en wordt nauwelijks gekoesterd. De ouder is de baas en het kind moet precies doen wat hem wordt gezegd. Zo krijgt het kind niet de kans om voor zichzelf te denken, waardoor hij aan zichzelf gaat twijfelen. Hij zal weinig tot geen initiatief tonen: hij trekt zich terug wanneer hij zich in het gezelschap van andere kinderen bevindt.
Permissieve opvoeding
Permissieve ouders koesteren hun kinderen weliswaar, maar schieten tekort in het disciplineren en belonen ervan. Deze opvoedingssoort wordt ook wel de verwennende soort genoemd. Kinderen krijgen alles in hun schoot geworpen en leren niet meer het principe "voor wat, hoort wat". Deze kinderen zullen zich egoïstisch gedragen en zich niet bezighouden met de behoeftes van anderen.
Autoritatieve opvoeding
Deze opvoedingsstijl wordt door pedagogen gezien als de meest geslaagde manier om een kind een gezonde dosis inlevingsvermogen te laten ontwikkelen. De ouders stellen redelijke grenzen en leggen alles uit met behulp van gezag en liefde. Ze zijn warm en respectvol. Ze bespreken met hun kinderen wat voor effecten bepaalde acties op anderen zullen hebben. Ze verwachten onder andere van hun kind dat hij wat karweitjes doet en geven hem bijvoorbeeld de kans om onbaatzuchtige daden te stellen. Het kind leert zich te verplaatsen in een ander en zal iemand snel te hulp schieten.
inlevingsvermogen
Inlevingsvermogen kan voor meerdere doeleinden worden gebruikt. Het liefst natuurlijk om een ander goed te kunnen helpen. Maar het komt ook van pas om de reactie te voorspellen van iemand voor wie je een boodschap hebt die hij niet leuk zal vinden. Om de klap te verzachten, verzin je een smoes waarvan je zeker weet dat die door de ander zal worden geaccepteerd.
Mama vraagt bijvoorbeeld haar zoontje van acht om even leuk met zijn zusje van drie te gaan spelen. Het zoontje heeft daar geen zin in en geeft aan dat hij nog huiswerk moet maken. Mama zal echt niet tegen hem zeggen: "Laat dat huiswerk maar zitten".
Overigens wordt inlevingsvermogen ook misbruikt voor asociaal gedrag. Als je iemand doeltreffend wilt pesten, dan is het handig om diens zwakke plek te weten zodat je kunt voorspellen welke actie hem het meeste zal kwetsen.
HET GOEDE VOORBEELD
Cruciaal in de sociale ontwikkeling van een kind is het voorbeeld dat hij krijgt. Kinderen letten beter op wat een volwassene doet dan wat hij zegt en zullen imiteren wat ze zien. Daarbij maken voorbeelden van warmte en liefde meer indruk dan kille voorbeelden. Kinderen hebben een grote behoefte om zich te identificeren met mensen waarmee ze een sterke emotionele band hebben; meestal de ouders dus.
Onderzoeken hebben aangetoond hoe belangrijk de combinatie van een sterke band en het goede voorbeeld is. Jongens in de kleuterleeftijd die een lieve, warme vader hebben, tonen meer vrijgevigheid en medeleven dan leeftijdsgenootjes die een minder lieve vader hebben. En een kind van een jaar of tien is net zo onbaatzuchtig en attent, of juist egoïstisch en onattent, als zijn ouder van hetzelfde geslacht.
Normen en waarden
De belangrijkste plek om kinderen normen en waarden bij te brengen, is het gezin. Hierbij is van belang dat één of liefst beide ouders veel aanwezig is in het leven van het kind, zowel lichamelijk als emotioneel en intellectueel. Verder dragen school, verenigingen en de wet bij aan een gezonde ontwikkeling van normen en waarden. Dit effect is echter minimaal waneer er thuis geen aandacht aan wordt besteed.
TIPS
Wat kun je als ouder doen om het sociale gedrag van je kind te stimuleren?
Laat je kind weten dat hij goed bezig is wanneer hij lief is tegen anderen en wanneer hij anderen helpt.
Geef het goede voorbeeld en wees zelf lief tegen anderen en je kind. Doe je het zelf niet, dan gaat je kind jouw gedrag imiteren.
De media hebben invloed. Een kind dat vriendelijk gedrag op TV ziet, zal proberen dit na te doen.
Wanneer je kind ouder wordt, worden andere voorbeeldfiguren dan de ouders belangrijk. Maar al te vaak vallen kinderen ten prooi aan de (soms vijandige) druk van leeftijdsgenoten. Probeer je kind te omringen met helpende mensen en probeer hem te laten ervaren hoeveel voldoening het geeft om iemand te helpen. In eerste instantie zal hij misschien nog met tegenzin helpen, maar na een tijdje zal het overgaan in vrije beweging.
Leer je kind over beroemde weldoeners als Moeder Teresa en Mahatma Ghandi, en bijvoorbeeld over bekende acteurs en popsterren die veel goeds verrichten.
Als je kind zich een keer niet zo sociaal heeft gedragen, probeer hem dan niet te straffen door privileges af te pakken. Dat leidt er alleen maar toe dat hij zich zal gaan verdedigen en zichzelf in zal dekken. Met andere woorden: hij zal zich dan op zichzelf gaan richten. Probeer daarentegen zijn empathie op te wekken door hem bijvoorbeeld te vertellen dat zijn zusje nu verdrietig is omdat hij haar een duw heeft gegeven waardoor zij hard is gevallen. Zo zal hij zich gaan richten op de ander in plaats van op zichzelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten